Nieuws

Pluimveehouder mag vermeerderingsbedrijf in Someren uitbreiden

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant mocht een pluimveehouderij in Someren een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet verlenen voor uitbreiding van het bedrijf.


‘s-Hertogenbosch
Dat oordeelt de rechtbank Oost-Brabant. Een cruciaal punt in deze zaak was of er op een ander bedrijf, waarvan deze pluimveehouderij bepaalde rechten overnam, zo’n 40 jaar geleden dieren werden gehouden. Gedeputeerde Staten en de pluimveehouderij maakten dit voldoende aannemelijk.

De pluimveehouderij verzocht in 2011 om een vergunning voor uitbreiding van 39.900 naar 82.000 vermeerderingsdieren. Drie milieuorganisaties kwamen hiertegen in het verweer. De Raad van State deed 3 keer een uitspraak over de aanvraag van de vergunning. Uiteindelijk verleenden Gedeputeerde Staten in maart 2016 een vergunning op basis van de Wet natuurbescherming. Hierbij is geen gebruik gemaakt van de Programmatische Aanpak Stikstof maar heeft de pluimveehouderij de belasting vanwege zijn geplande uitbreiding ingeruild voor rechten van veebedrijven die waren gestopt.

De milieuorganisaties stapten daarop nogmaals naar de rechter. Volgens de organisaties zijn de Hinderwetvergunningen van 2 bedrijven al lang geleden komen te vervallen omdat er daar tussen 1979 en 1985 geen dieren werden gehouden. Zij wezen daarbij op het ontbreken van gegevens uit het Landbouwtellingssysteem. Volgens de milieuorganisaties hadden Gedeputeerde Staten geen vergunning mogen verlenen voor uitbreiding van de pluimveehouderij omdat gebruik is gemaakt van niet bestaande rechten.

De rechtbank oordeelt dat de pluimveehouderij en Gedeputeerde Staten voldoende tegenbewijs hebben aangedragen in de vorm van stukken van de voormalige gemeente Someren en verklaringen van getuigen die op de zitting zijn gehoord. De rechtbank acht op basis hiervan voldoende aannemelijk dat tussen 1979 en 1985 dieren zijn gehouden in de bedrijven. Dit betekent dat de Hinderwetvergunningen van de bedrijven golden op de datum die bepalend was bij de verlening van de vergunning voor de natuurbeschermingswet. De rechtbank verwerpt daarmee het verweer van de milieuorganisaties en oordeelt het Brabants college de vergunning voor uitbreiding van de pluimveehouderij mocht verlenen.

Zie voor meer informatie de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant.

bron: Rechtbank Oost-Brabant

Vorig bericht Station88 verwelkomt nieuwe Business Partner Crossyn
Volgend artikel Unieke coƶperatie voor ICT en innovatie: SPARC

Nu op WijBrabant