Gedeputeerde Staten stellen hoger beroep in bij de Raad van State tegen de uitspraak van de rechtbank van Oost-Brabant van 22 mei 2018 waarin de rechtbank voor een aantal gevallen heeft bepaald dat de stalderingsregels niet toegepast mogen worden.
De provincie heeft vorig jaar besloten tot een zogenaamde stalderingsregeling als onderdeel van een samenhangend pakket aan besluiten en maatregelen die als doel hebben de veehouderij in Brabant versneld duurzaam te maken. De stalderingsregeling houdt in dat een boer zijn stallen met bijvoorbeeld 100 m2 mag uitbreiden als hij een bewijs kan leveren dat in zijn regio er 110 m2 aan andere stallen gesloopt is. Zo wordt voorkomen dat de concentratie van vee in delen van Brabant verder toeneemt. Dat is nodig voor een goede fysieke leefomgeving van mens en natuur.
De gemeente Reusel-de Mierden
De rechtszaak betreft een geschil tussen een varkenshouder in Reusel-de Mierden en zijn gemeente. De gemeente Reusel-de Mierden had een vergunningsaanvraag geweigerd mede op grond van de provinciale stalderingsregeling. De varkenshouder had geen bewijs geleverd voor gesloopte stallen in zijn regio. De varkenshouder vond het niet terecht dat zijn al eerder ingediende aanvraag aan deze regels moest voldoen en stelde daarom beroep in bij de rechtbank. Daarbij voerde de veehouder ook aan dat de regels in strijd waren met hogere regelgeving en dus helemaal niet gesteld mochten worden. De rechtbank van Oost-Brabant oordeelde dat de stalderingsregeling zelf niet in strijd is met hogere regelgeving. Wel vond de rechtbank het onredelijk om stalderen toe te passen op aanvragen die voor de inwerkingtreding van de regeling waren ingediend én die passen binnen het in 2014 vastgestelde beleid. Daarmee creëerde de rechtbank in feite een soort overgangsregeling. Gedeputeerde Staten zijn van mening dat het al dan of niet instellen van een overgangsregeling een bevoegdheid van Provinciale Staten is en dat de rechtbank niet in die bevoegdheid mag treden.
Raad van State
De provincie was tot op heden geen formele partij in deze rechtszaak, maar de provincie vindt dat haar belangen wel geraakt worden door de uitspraak van de rechtbank. Daarom teken de provincie nu hoger beroep aan bij de Raad van State.
